Dierenambulance

 Dierenambulance West-Brabant is van maandag tot en met zaterdag van 8.30 tot 17.00 uur te bereiken via het asiel, op nummer 0167-532627

Buiten deze uren, ALLEEN VOOR SPOEDGEVALLEN, via 144 ("red een dier"). 

Uw weggelopen huisdier kan UITSLUITEND tijdens openingstijden van de opvang worden opgehaald, tegen de geldende vergoedingen.

De dierenambulance haalt gewonde en zwervende dieren op en rijdt voor alle dieren, dus niet alleen voor honden en katten. Er wordt niet gereden voor overleden dieren, hiervoor kunt u een melding doen bij de betreffende gemeente of Rijkswaterstraat, wanneer het een snelweg betreft. De ambulance is een ophaaldienst en verricht geen medische handelingen. Bij gewonde dieren, zorgt de ambulance ervoor dat deze zo snel mogelijk medische zorg krijgen. Gevonden dieren worden op het asiel gecheckt op aanwezigheid van een chip, zodat de eigenaar gebeld kan worden. Honden en katten worden in het dierenasiel opgevangen. Voor overige dieren wordt eerste noodopvang verzorgd, waarna de dieren naar gespecialiseerde adressen gaan.

De dierenambulance rijdt niet voor loslopende dieren en wij vragen u dan ook om een hond of kat altijd even op te sluiten. Vogels en andere kleine dieren graag in een doosje klaarzetten of u kunt er iets overheen zetten, bijvoorbeeld een kratje. Gezien de afstanden die dagelijks worden afgelegd, zeker in drukkere tijden, is het natuurlijk zonde dat de ambulance voor niets moet rijden.

Stichting Vogelrevalidatiecentrum Zundert heeft een samenwerkingsovereenkomst voor een tijdelijke vooropvang met ons afgesloten. Vogels en kleine wilde dieren uit onze regio worden tijdelijk opgevangen bij ons in het asiel, alvorens ze naar Zundert vervoerd worden. Hiervoor hebben wij een speciale ruimte tot onze beschikking. 

• Jonge vogels met veren: jonge vogels verlaten het nest als ze nog niet vliegvaardig zijn. Omdat ze de vliegkunst nog niet goed beheersen, verstoppen ze zich op de grond. De ouders blijven ze in die periode voeren. Mocht u jonge bevederde merels op een open plek vinden, dan kunt u hen het beste naar een beschutte plek in de buurt brengen. De ouders vinden hen terug.

• Jonge uiltjes: Ook jonge uiltjes verlaten het nest voordat ze goed en wel kunnen vliegen. Ze zitten in de omgeving van het nest of broedhol op de takken. Af en toe valt een uilskuiken naar beneden. Indien ze op de grond belanden, klauteren ze vrolijk weer naar boven of blijven tijdelijk beneden zitten. De ouderdieren weten hen feilloos te vinden doordat de kuikens met hun geroep bedelen om eten. Dit voeren gebeurt bij uilen uiteraard ‘s nachts. Jonge uilen op de grond zijn geen vondelingen en u kunt deze met een gerust hart ‘alleen’ achterlaten.

• Eenoudergezinnen: Er zijn vogelfamilies waarbij één van de ouders is verdwenen. Bijvoorbeeld bij mezen is de overgebleven ouder bijna altijd in staat al het benodigde voer voor de jongen aan te slepen. De jongen hebben bij hem of haar dan ook zeker meer kans op overleven, dan wanneer u ingrijpt. Probeer ook niet te helpen door voedsel neer te leggen.

• Een nest met jonge vogels, dat op de grond is gevallen. Bijvoorbeeld na een storm.

• Achtergebleven eendenkuikens, wanneer de moeder eend dood is.

• Vogels die duidelijk gewond zijn.

• Vogels die tegen een raam gevlogen zijn en na enkele uren nog niet hersteld zijn.

• Leg in een niet te grote doos wat kranten op de bodem en maak enkele luchtgaten in het deksel.
• Pak het dier op, eventueel met een doek en zet het in de doos waarna u deze afsluit.
• Wees voorzichtig, vogels hebben scherpe snavels en klauwen. Soms zijn ze razendsnel, ook al zijn ze ziek of verzwakt.
• Zet de doos op een rustige en niet te warme of koude plaats. Bij voorkeur buiten in de schaduw en wanneer het niet vriest. Rust is belangrijk, veel vogels ondervinden stress van de aandacht van mensen. Ze kunnen in shock raken en kunnen sterven.
• Neem contact op met de dierenambulance of breng het dier zelf naar de Vogelopvang.